“Voorkomen dat de erfgoedkennis in Nederland met pensioen gaat”
01-09-2025 | Na elf jaar heeft Boudewijn de Bont onlangs de voorzittershamer bij het NRC overgedragen aan Rob Monks. Daarnaast heeft Boudewijn, sinds het ontstaan van de Bestuurlijke Unie NRC en NCE in 2023, ook daar de rol van voorzitter vervuld. Deze positie heeft hij overgedragen aan Simon Angel. Het afscheid van Boudewijn is de perfecte gelegenheid om terug te blikken op de veranderingen in de sector en de ontwikkelingen van het NRC.
Simon Angel (links), Boudewijn de Bont (midden) en Rob Monks (rechts).
Een rol in het NRC-bestuur
Boudewijn draait al jaren mee in de erfgoedsector en het vervullen van een rol in het bestuur was hem dan ook niet onbekend. De positie van bestuursvoorzitter bij het NRC is hem aangeboden op het moment dat hij afscheid nam als bestuursvoorzitter bij de Vakgroep Restauratie. Inmiddels zijn we elf jaar verder en neemt hij afscheid van het NRC. “Toentertijd vond ik het een mooi vervolg. Kennisoverdracht in de erfgoedsector is immers enorm belangrijk. Ik heb me bij het NRC al die jaren met veel plezier ingezet voor het opleiden van vakspecialisten”, zegt Boudewijn.
Het voorkomen van gepensioneerde kennis
“Op dit moment merk je dat een doorgewinterde generatie vakspecialisten afscheid neemt van de erfgoedsector en het is van belang om te voorkomen dat met hen ook veel unieke kennis met pensioen gaat. Dit mag je niet onderschatten. Als je op landelijke schaal kijkt naar specialistische beroepen, dan is het bijna eng om te zien hoe weinig mensen in het land een bepaald specialisme beheersen. Dat is heel kwetsbaar.
Het doorgeven van kennis gaat niet vanzelf en voor je het weet gaat kennis verloren. Het bestaansrecht van het NRC en het NCE is gestoeld op het overdragen van specialistische kennis op jongere generaties. Het gaat niet alleen om het behoud van monumenten, maar juist ook om het behoud van het vak. Dat is cruciaal; zonder die vakkennis is het onmogelijk om in de toekomst onze Nederlandse monumenten op een verantwoorde manier te onderhouden.
Ontwikkeling en succesformule
“Het is goed om te zien dat er zoveel vraag is naar onderwijs en bijscholing. In de afgelopen elf jaar is het aantal deelnemers, dat jaarlijks een cursus volgt bij het NRC, verdrievoudigd. Dat is een forse toename en een mooi teken. Het is kenmerkend voor de restauratiesector dat er serieus wordt omgaan met de overdracht en ontwikkeling van kennis. Het was leuk om vanuit mijn positie mee te maken hoe zich dat ontwikkelde en ook hoe het NRC steeds de verschillende bedrijven en instellingen heeft weten te bereiken. Deze positieve ontwikkeling is zeker ook te danken aan de grote groep gedreven docenten, die we zowel bij het NRC als bij het NCE hebben. Stuk voor stuk gedreven specialisten op hun vakgebied, die het leuk èn belangrijk vinden om hun kennis over te dragen. Dat is een belangrijke pijler waarop het succes van het NRC (en het NCE) gestoeld is.”
Op eigen benen staan
“Een bijzondere eigenschap van het NRC is het feit dat de organisatie ongesubsidieerd is. Voor concurrerende prijzen kan het NRC hoogwaardige cursussen aanbieden. Het is een efficiënte en goed georganiseerde club en mede daardoor kan het NRC ongesubsidieerd opereren. Dat is echt uniek, want veel andere clubs uit hetzelfde segment krijgen subsidies. Anderzijds speelt ook het schaalniveau een essentiële rol. Tien jaar geleden zag je in Nederland een enorme wens om provinciaal specialistische erfgoedcursussen aan te bieden. En eigenlijk zie je dat nu nog steeds. Zelf geloof ik daar niet in. De vraag naar erfgoedcursussen is behoorlijk beperkt. Het is niet haalbaar om dat lokaal aan te bieden. Een versnippering van het aanbod zorgt voor kleine klassen, je verliest efficiëntie en het waarborgen van de kwaliteit is eigenlijk niet te doen. Door het feit dat het NRC landelijk cursussen aanbiedt, kan het NRC de beste docenten aantrekken, goede lesstof ontwikkelen en de cursussen voor een lage prijs aanbieden. Bovendien zorgen volle klassen voor onderlinge uitwisseling van ervaring en kennis. Je kunt van elkaar leren en je ziet dat cursisten tijdens een cursus een nieuw netwerk ontwikkelen.”
Een selectie van de bestuursleden v.l.n.r.: Martin van Bleek, Erik Jan Brans, Simon Angel, Boudewijn de Bont, Martin Veerman en Rob Monks.
Mijlpalen
In de afgelopen elf jaar zijn er enkele kernmomenten geweest voor het NRC. Boudewijn benoemt de mijlpalen.
De verhuizing
“In 2017 is het kantoor en de cursusruimte van het NRC verhuisd van Amsterdam naar Amersfoort. Niet alleen sluit de centrale ligging beter aan bij de organisatie, ook het pand past beter. Dit is een belangrijke stap geweest. Het kantoor in Amsterdam was geen ideale plek qua gebouw, qua verkeer en qua bereikbaarheid. Nu zitten we in een hartstikke mooi monumentaal complex (Klooster Onze Lieve Vrouwe ter Eem) waar we goed gefaciliteerd zijn en waar ook nog diverse andere erfgoedclubs gehuisvest zijn. Het is een fijne plek om te zijn en dat lezen we ook in evaluaties terug. Deze verhuizing is een goede zet geweest.”
Covidjaren
Het NRC probeert niet alleen bij haar eigen cursussen maatwerk te leveren, maar dit werd ook verlangd tijdens de corona-epidemie. “Dit was een spannende periode voor het NRC en deze uitdagende periode moet ik toch even noemen. Het NRC heeft ervoor gekozen om maximaal door te gaan met het geven van cursussen, zodat we alle medewerkers konden behouden. Dat is goed gelukt, maar dit was wel een tijd van passen en meten.”
Bestuurlijke Unie
“Ik benoemde net al kort het thema versnippering. Het was dan ook niet meer dan logisch dat het NRC en het NCE in 2023 de krachten bestuurlijk gebundeld hebben. Samen kunnen we nog efficiënter werken. Er is veel overlap in kennis en personeel, dus wat dat betreft was het een logische stap. Ik denk dat beide partijen samen sterk staan voor de toekomst.”
Uitdagingen
“Elf jaar geleden was de uitdaging om het NRC te professionaliseren en te structureren. Dat moest op een goede manier georganiseerd worden. Daarnaast hadden we het doel dat de docenten niet alleen inhoudelijk kennis van zaken hebben, maar ook over didactische vaardigheden bezitten. Daar hebben we structureel aan gewerkt. Het is een belangrijk punt, omdat veel docenten niet uit het onderwijs komen, maar uit de praktijk. Dit loopt nu goed. De laatste jaren hebben we integraal gekeken naar het erfgoedonderwijs en het maken van een koppeling tussen de erkenningsregelingen voor kwaliteit en erfgoedonderwijs.
Toekomstbeeld
“Kijken richting de toekomst is belangrijk. Blijven sturen op het tegengaan van de versnippering en integraal kijken naar de kennisoverdracht in de erfgoedsector. Het is erg specialistisch en in mijn ogen kun je dat maar op één manier goed doen: met een landelijke focus. Daarnaast is het belangrijk dat als we naar kennisontwikkeling kijken, dat we dat ook koppelen aan de richtlijnen van Stichting ERM: de URL’en, BRL’en en erkenningsregelingen. Afsluitend zegt Boudewijn: “De unieke plek van het NRC en het NCE in het hart van het erfgoedonderwijs moeten we koesteren en verder uitbouwen. Met een open vizier samenwerkingen aangaan met alle partijen om gezamenlijk te werken aan goed erfgoedonderwijs in Nederland.”